Ieder kind begint met sporten omdat die dat leuk vindt. En dan blijkt dat je zoon of dochter eigenlijk wel heel erg goed is. Er komen ontwikkelplannen, druk en battalions aan trainers bij. Presteren wordt belangrijk maar geeft ook een kick. Het is de kers op de taart van het plezier.
Spanning is normaal. Ieder kind heeft het. Maar soms wordt spanning angst en wint het elke dag van plezier. Dan wordt sport ‘moeten’ en ‘niet kwijtraken’ in plaats van genieten.
Topsport-kinderen hebben soms nog niet de vaardigheden en levenservaring om hier mee om te gaan, maar dealen toch met dezelfde mentale uitdagingen waar volwassenen ook mee worstelen.
En dat kan nog knap lastig zijn.