Empathie is een belangrijk onderdeel van emotionele intelligentie, maar er zijn vier verschillende soorten empathie. Affectieve empathie is voelen wat de ander ook voelt, dit is de soort empathie waarvan wij het allemaal empathie noemen. Maar deze soort empathie kan behoorlijk gevaarlijk zijn, zelfs zonder dat je het doorhebt.
De andere soorten empathie zijn: cognitieve empathie, sympathie en compassie (leer meer over de andere vormen van empathie in onze elearning).
Wat is affectieve empathie?
Affectieve empathie is voelen wat de ander ook voelt. De emotie spiegelen. Je maakt een inschatting van hoe jij denk welke emotie de ander voelt en past daar je eigen gevoel op aan. Affectieve empathie is als een zaklamp, het richt zijn straal van aandacht op de plek die het meest nodig is, één enkel ander persoon. Helaas heeft affectieve empathie een behoorlijk smalle focus en precies dat is het probleem. Alles dat buiten het bereik van de zaklamp valt is donker en daarom is de schade die het doet meestal moeilijk te zien.
Eén sterfgeval is een tragedie, een miljoen een statistiek
Affectieve empathie is bijzonder ongevoelig voor de gevolgen bij een grote groep ten opzichte van een individu. Stel je voor dat een verkeerd medicijn ervoor heeft gezorgd dat Rebecca Smit, een ongelooflijk schattig meisje van 5 jaar oud, verschrikkelijk ziek wordt. Als je haar ziet lijden en naar haar en haar familie luistert die je vertellen wat ze allemaal meemaakt, begint de empathie door je heen te gutsen en wil je er iets aan doen.
En stel je voor, dat het stopzetten van het medicijn ervoor zorgt dat er pakweg 12 willekeurige kinderen sterven doordat ze nu geen toegang meer tot hebben tot juist dat medicijn. Hier is je empathie stil – hoe kan je empathie hebben voor een statistische abstractie? Als je er even kort bij stilstaat snap je natuurlijk zelf ook dat het beter is wanneer er maar 1 kind lijdt, dan wanneer er een nog onbekend groter aantal zal overlijden. Affectieve empathie zou hier niet alleen het hulpmiddel zijn geweest die je naar deze beslissing heeft gedirigeerd, met affectieve empathie was je hier waarschijnlijk verder van huis, omdat je nu al een band hebt opgebouwd met kleine Rebecca.
Natuurlijk is dit maar een gedachte-experiment, maar het vervelende is dat precies dit scenario ook in het echt gebeurt. Nou ja, niet met Rebecca, zij bestaat namelijk niet.
Een studie naar affectieve empathie
Ik heb nog een voorbeeld. In 1995 is een wetenschappelijke studie gedaan waarbij echte mensen echte keuzes moesten maken, althans dat dachten ze.
Hollywood serveert ons met ervaringen. Deze consumeer je ontspannen vanuit een rode pluche klapstoel. Als je een escaperoom binnenstapt ervaar je het verhaal, je zit er middenin, er is een eind, een begin en jij hebt de hoofdrol. Je kan compleet meegesleept worden, maar er is altijd een klein stemmetje in je achterhoofd dat zegt dat het niet echt is. De studie waar ik je over ga vertellen, combineert het drama van Hollywood met de ervaring van een escaperoom, met de twist dat alle deelnemers denken dat het echt is. Het laat de donkere kant van empathie zien, zelfs zonder dat ze het doorhebben. Het is bijna wreed.
De naam van de studie: Playing God.
Deelnemers die meededen aan het onderzoek werden wijsgemaakt dat ze deel uitmaakten van een proeftest voor een investeringsronde voor The Quality of Life Foundation. The Quality of Life Foundation is een nationale organisatie toegewijd aan het verbeteren van de levenskwaliteit van terminaal zieke kinderen en is daarnaast ook compleet fictief (maar dat wisten de deelnemers natuurlijk niet). De deelnemers moesten hun mening geven over de campagne waarmee de foundation geld mee wil halen, zodat ze uiteindelijk zo veel mogelijk kinderen kunnen helpen.
De campagne bestaat uit interviews met terminaal zieke kinderen die op de wachtlijst staan van Quality of Life, wachtend op hulp dat hun leven zal beteren.
De objectieve groep en de empathische groep
De manier waarop de deelnemers de foundation het best kunnen helpen is door de campagne video’s te beoordelen met verschillende perspectieven zodat de foundation weet welk publiek op welke manier aangesproken moet worden. Dit was de manier hoe de onderzoekers de deelnemers manipuleerde om ze in een ‘objectieve staat’ of een ‘empathische staat’ te krijgen. Iedere deelnemer keek de interviews alleen en voor ze begonnen kregen ze een van de twee volgende teksten te zien.
Het ene deel van deelnemers las dit (De Objectieve Groep):
“Probeer met een zo objectief mogelijke bril naar het interview te kijken, let op wat het kind in het interview vertelt, maar laat je niet meeslepen in hoe het hij of zij zich voelt. Blijf afstandelijk.”
En het andere deel dit (De Empathische Groep):
“Probeer je zo levendig mogelijk in te beelden hoe het kind zicht voelt, wat er is gebeurd en hoe dat zijn of haar leven precies beïnvloedt. Probeer de impact te voelen wat het kind allemaal heeft moeten meemaken en wat dat met zijn of haar gevoel heeft gedaan.”
Uiteindelijk gaat het om het verschil in keuzes tussen deze twee groepen. De verschillende instructie die de twee groepen kregen was het enige verschil in het onderzoek. Als de keuze tussen de twee groepen significant verschilt, komt dat door het perspectief dat ze hebben, objectief ofwel empathisch.
Immoraliteit door affectieve empathie
Het interview dat alle deelnemers zien is die met de dappere en gewiekste tienjarige Shannon Schippers (die natuurlijk ook niet bestaat). Ze heeft een spierziekte genaamd myasthenia gravis. Aan het begin van de video legt de interviewer uit aan welk lot kleine Shannon is overgelaten:
“De ziekte is altijd dodelijk. Wanneer haar middenrif verlamd, zal Shannon stoppen met ademen. Er is geen medicijn. Nu al heeft Shannon moeite met een aantal aaneengeregen stappen te zetten zonder te vallen, ongeacht de zware braces voor haar benen.
Er is een nieuw geneesmiddel, Norzac, die de levenskwaliteit van Shannon substantieel kan verbeteren. Norzac zorgt ervoor dat ze haar armen en benen weer normaal zou kunnen gebruiken, zelfs wanneer deze verschrikkelijke ziekte meer en meer om zich heen gaat grijpen. Het is onmogelijk om haar levensverwachting te verlengen, maar het kan wel de dagen die ze nog heeft onnoemelijk verbeteren. Helaas is Norzac erg duur. De familie van Shannon heeft niet de middelen om het voor haar te kopen. Daarom hebben ze contact gezocht met Quality of Life. Op dit moment moeten we u jammerlijk mededelen dat wij Shannon ook niet kunnen helpen, omdat we er simpelweg het geld niet voor hebben. Vooralsnog staat ze op de wachtlijst.”
De interviewer praat vervolgens met Shannon, die beschrijft dat ze vaak valt en het mist om met haar vriendinnen te spelen. Ze zou zo graag weer naar school willen gaan en zich even weer normaal willen voelen. Wanneer de interviewer vraagt of er een kans is dat Shannon weer naar school kan gaat zegt ze: “Nou, mijn moeder heeft me vertelt dat een nieuwe pil is. Ik sta daarvoor op de wachtlijst, mama zegt dat als we die pil krijgen ik weer naar school kan en zelfs ook weer kan fietsen. Daar heb ik echt zin in!”
Het dilemma voor de deelnemers
Nadat de deelnemers het hele interview hebben bekeken en er een aantal vragen over hebben ingevuld – hou even in je achterhoofd dat ze nog steeds denken dat ze de foundation helpen om geld in te zamelen – geeft de assistent ze een envelop met daarin in een brief van de professor die het onderzoek leidde. De assistent verlaat de kamer om de deelnemer een kans te geven om de brief in alle rust te lezen.
In de brief bedankt de professor de deelnemer voor zijn of haar bijdrage. Ook legt hij uit dat het in hem was opgekomen dat de deelnemers het kind waarvan ze het interview hadden gezien misschien wel willen helpen. Hij had daarom contact opgenomen met de foundation die hem het volgende mededeelden:
“De kinderen op de wachtlijst zijn gerangschikt op basis van een combinatie van hun tijd van aanmelding, de noodzaak van hulp en hoe lang ze nog te leven hebben. Door het grote aantal kinderen dat hulp behoeft, kan het zo zijn dat kinderen maanden op de wachtlijst staan voordat ze eenmaal in aanmerking komen voor hulp. Dit is tijd die de meeste kinderen niet hebben en veel sterven ook voordat ze daadwerkelijk geholpen worden.”
De professor zei dat hij deelnemers van zijn onderzoek had gevraagd of ze het kind in het interview zouden willen helpen mits de mogelijkheid daar is zodat de levenskwaliteit enorm verbetert. Als de deelnemers dat zouden willen zou het kind van de wachtlijst naar de hulpgroep worden verplaatst.
Quality of Life ging hier mee akkoord: “Als teken van waardering voor de hulp met de campagne accepteren wij deze suggestie. Tegelijkertijd moeten we u wel benadrukken op het feit van de consequenties van een beslissing als deze. Wanneer een kind van de wachtlijst naar de hulpgroep wordt geplaatst betekent dat dat er kinderen die initieel hoger waren geplaatst door eerdere aanmelding, hogere nood en kortere levensduur, langer zullen moeten wachten. Aan de andere kant zal de plaatsing een direct levensverbeterend effect hebben op het doelbewuste kind.
Dit is overduidelijk een moeilijke en zware beslissing, maar wij vinden dat de deelnemers de kans moeten krijgen om deze te maken. Het kind, noch haar ouders zullen op de hoogte worden gebracht dat deze mogelijk bestaat, ze zullen alleen geïnformeerd worden wanneer er besloten is om over te gaan tot overplaatsing.”
De deelnemers kunnen op dit moment anoniem hun keuze maken en achterlaten in een afgesloten envelop.
Affectieve empathie en rechtvaardigheid
Welke keuze maak je als je objectief naar de situatie hebt gekeken en welke keuze als je volledig hebt ingeleefd met kleine Shannon.
Als je kijkt naar rechtvaardigheid is er een eerlijk antwoord. De kinderen die boven Shannon op de lijst staan hebben meer recht op de behandeling. Door Shannon voor te trekken, krijgt ze een oneerlijke behandeling.
Het antwoord zal je inmiddels niet verbazen. De deelnemers die die zich meer empathisch voelden kozen er twee keer zo vaak voor om arme zielige Shannon van de wachtlijst naar de hulpgroep te plaatsen. Zelfs nadat ze ervan bewust waren gemaakt dat ze Shannon minder gekwalificeerd was en nadat ze benadrukt is dat ze door deze keuze andere kinderen schade aandoen.
Hoewel de deelnemers hadden aangegeven dat de beslissing moeilijk en redelijk verontrustend vonden – gemiddeld gaven ze een score van 7 en 6, respectievelijk, op een schaal van 1 tot 9 – kozen ze er toch voor om het morele principe van rechtvaardigheid te schenden.
Je zou denken, of misschien hopen, dat wanneer je empathisch bent, je gevoel voor rechtvaardigheid juist vergroot en niet minder wordt ten opzichte van de kinderen die hoger op de wachtlijst staan. In plaats van een algehele sensibiliteit, die rekening houdt met iedereen, richt de sensibiliteit zich als een straal van een zaklamp op degene voor wie je de affectieve empathie voelt en blijft de rest achter in het donker.
Bronnen
- Bloom, P. (2017). Against empathy: The case for rational compassion. Random House.
- Batson, C. D., Klein, T. R., Highberger, L., & Shaw, L. L. (1995). Immorality from empathy-induced altruism: When compassion and justice conflict. Journal of personality and social psychology, 68(6), 1042.
Vond je dit een leuk artikel? Start dan nu hieronder met onze gratis introductiecursus: ‘Wat is Emotionele Intelligentie’.
Start nu met de gratis introductiecursus!
- Uit welke 4 vaardigheden emotionele intelligentie bestaat
- Wat een emotie precies is en hoe je die kan veranderen
- Hoe emotionele intelligentie jou gaat helpen
- Waarom je nooit meer mag zeggen dat je gestrest bent