Skip to main content

Kleurenprofielen zeggen iets over je persoonlijkheid. Ik ben heel erg rood, dus ik vind het fijn om overal tegenin te gaan. Daarom ga ik in dit artikel tegen kleurenprofielen van persoonlijkheid aanschoppen.

Persoonlijkheidstesten zoals DISC en MBTI beloven je persoonlijkheid te vangen in een overzichtelijk pakketje. Na een test komen er een aantal kleuren uit die iets zeggen over jou: rood, blauw, groen of geel. Het is leuk om te doen en het wekt ook je nieuwsgierigheid: ‘wat zal ik voor kleur zijn?’ Even een lijstje met vragen door akkeren en je krijgt antwoord: je weet wie je bent, hoe je werkt en met wie je het beste overweg kunt. Heerlijk overzichtelijk. Helaas zijn de wetenschappelijke onderbouwingen van deze kleurrijke persoonlijkheidsmodellen net zo gegrond als drijfzand.

De oorsprong van de groene, gele, rode en blauwe persoonlijkheid

DISC is een test die wordt gebruikt om de persoonlijkheid en gedragsstijlen van mensen te begrijpen en te analyseren. Het is gebaseerd op een theorie van psycholoog William Marston, die in de jaren ‘20 van de vorige eeuw de basis legde voor het DISC-model. Marston stelde dat deze gedragseigenschappen voortkomen uit iemands zelfperceptie in relatie tot zijn of haar omgeving. DISC staat voor de vier primaire gedragskenmerken die het model onderscheidt: Dominantie (D), Invloed (I), Stabiliteit (S) en Conformiteit (C) die allemaal wat zouden zeggen over jouw gedrag en communicatiebehoeften.

Ik ben groen, want ik heb slecht geslapen

De wetenschap, zoals onder andere besproken door slimme koppen zoals Adam Grant en Lisa Feldman Barrett, toont een ander beeld. Zij wijzen op het gebrek aan betrouwbaarheid en validiteit van veel persoonlijkheidstests. De resultaten kunnen variëren afhankelijk van je stemming op het moment van invullen. Het verschil zit ‘m bijvoorbeeld al in de tijd wanneer je ‘m invult. ’s Ochtends wanneer je goed hebt geslapen of ’s avonds wanneer je al een hele lange dag erop hebt zitten en snel klaar wilt zijn met de dag. De tests meten vaak je zelfbeeld in plaats van je werkelijke gedrag.

De herhaalbaarheid van de tests, een basisprincipe voor wetenschappelijke betrouwbaarheid, is vaak ver te zoeken. Het idee dat je op basis van een vragenlijst ingedeeld kunt worden in een vastomlijnde categorie van persoonlijkheidstypes, is net zo wetenschappelijk onderbouwd als de bewering dat de aarde plat it. Met andere woorden: het is een fabeltje. Dit kun je teruglezen in het boek ‘A skeptic’s HR dictionary’, geschreven door Patrick Vermeren. In dit boek neemt hij een heleboel psychologische theorieën (waaronder DISC en MBTI) onder de loep en categoriseert hij deze op ‘The Good’ (evidence based theorie), ‘The Bad’ (complete onzin) en ‘The Partially True’ (deels waarheid). Drie keer raden waar zowel de DISC als de MBTI testen onder vallen…

Veel van de populaire persoonlijkheidstesten beweren gebaseerd te zijn op langdurig psychologisch onderzoek, maar graaf je iets dieper, dan vind je niet meer dan een reeks aannames en generalisaties. Net zoals het reptielenbrein, dat door de jaren heen is blijven hangen ondanks het gebrek aan bewijs, houden kleurprofielen stand door de simplistische aanpak en directe inzichten.

volgens DISC zeggen kleuren iets over je persoonlijkheid.

Waarom zijn we zo in de ban van kleurenprofielen?

Dit antwoord is eigenlijk óók simpel: mensen zijn nieuwsgierig naar zichzelf en willen op elke manier kunnen uitpluizen wie ze zijn. Een test die naadloos aansluit bij wat je nodig hebt, geeft een gevoel van herkenning. Het kan zijn dat alles op zijn plek valt wanneer je ontdekt dat de gele kleur uit jouw kleurenprofiel symbool staat voor het enthousiasme dat je uitstraalt.

De verklaringen die de testuitslagen geven bieden houvast, een manier om onszelf en anderen snel te categoriseren en dus te begrijpen. Het is verleidelijk – maar niet realistisch – om te geloven dat complexe menselijke eigenschappen kunnen worden teruggebracht tot een handvol kleuren.

Volgens Carl Jung kun je mensen onderverdelen in extravert of introvert

Jungiaanse typologie in kleurenprofielen

De Zwitserse psychiater Carl Gustav Jung heeft in de vroege 20e eeuw een theorie over persoonlijkheidstypes ontwikkeld. Jung introduceerde deze theorie in zijn werk “Psychologische Typen” (1921), waarin hij probeerde te verklaren hoe verschillen in het gedrag van mensen kunnen worden begrepen door te kijken naar hoe individuen informatie waarnemen en daarop reageren.

Volgens Jung zijn er twee fundamentele houdingen die mensen kunnen aannemen: extraversie en introversie. Extraverten zijn meer gericht op de externe wereld en halen energie uit interactie met mensen en activiteiten in hun omgeving. Introverten daarentegen richten zich meer op de interne wereld van ideeën en reflectie, en vinden energie in alleen zijn of in rustige situaties.

De theorie van Jung heeft de basis gelegd voor latere persoonlijkheidstesten en modellen, waaronder de Myers-Briggs Type Indicator (MBTI), die de principes van Jungiaanse typologie heeft uitgebreid en gestructureerd in zestien persoonlijkheidstypen. Deze tools worden gebruikt in verschillende contexten, zoals persoonlijke ontwikkeling, teambuilding en loopbaanbegeleiding, om individuen te helpen hun eigen voorkeuren en die van anderen beter te begrijpen.

Myers-Briggs Type Indicator (MBTI)

De Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) is een instrument ontworpen om mensen te helpen hun persoonlijkheidstype te begrijpen. Als je de test maakt komt er een van de 16 unieke persoonlijkheidstypen uit als uitslag, elk aangeduid met een vierlettercode (bijv. INTP, ESFJ). Elk type heeft zijn eigen set van voorkeuren, sterke punten en mogelijke groeigebieden.

De MBTI, net als kleurenprofielen, mist volgens Adam Grant de boot op meerdere cruciale punten van wetenschappelijke validiteit. Ten eerste de kwestie van betrouwbaarheid; de consistentie van resultaten over tijd heen is niet gegarandeerd. Daarnaast zijn de categorieën niet onderling exclusief, wat betekent dat belangrijke persoonlijkheidskenmerken zoals emotionele stabiliteit versus reactiviteit – een belangrijke voorspeller van gedachten, gevoelens en acties – compleet worden genegeerd.

Deze tekortkomingen in de MBTI geven het bredere probleem met kleurenprofielen weer. De methode faalt in het bieden van een betrouwbare, valide en onafhankelijke beoordeling van je persoonlijkheid. Ze bieden een te simpel beeld dat, hoewel makkelijk te snappen, niet de complexiteit en de nuance van menselijke persoonlijkheid vangt.

MBTI, Myers Briggs Type Indicator.

Aha!

De populariteit van testen zoals MBTI en kleurenprofielen zoals DISC, kan grotendeels worden toegeschreven aan het ‘aha’-moment dat ze geven; het gevoel van inzicht in jezelf of in anderen.

En dit is de crux: we zien in de resultaten wat we willen zien. Het is een bevestiging van ons zelfbeeld, ongeacht of dit overeenkomt met de realiteit.

De test vraagt ons namelijk over hoe wij geloven ons te gedragen. Vervolgens bevestigen de antwoorden dit denkbeeld over onszelf. Wat verrassend zeg.

Je kan gedrag niet meten door mensen naar hun mening te vragen over hun gedrag. Want dan had iedereen in de oorlog in het verzet gezeten. Je moet gedrag observeren in verschillende situaties.

Waarom gebruiken we kleurenprofielen dan nog steeds zoveel?

Moeten we deze tools volledig van de hand wijzen? Niet per se. Het is belangrijk om kritisch te blijven en te begrijpen wat deze tests wel en niet kunnen vertellen over jouw persoonlijkheid. Het hangt helemaal af van hoe deze testen worden ingezet. Jij bent rood, dus je gedraagt je op die manier, is niet de juiste aanpak. De profielen zijn vooral waardevol wanneer ze ingezet worden als een tool om de dialoog te starten. Het biedt taal en een kader waar mensen zich gemakkelijker mee kunnen uiten en elkaar beter leren begrijpen.

Daarnaast kunnen kleurprofielen gebruikt worden als houvast om samen met een specialist op ontdekkingstocht te gaan naar waar deze gedragingen vandaan komen. Ze zijn dus heel geschikt om – samen met een specialist (!) – naar de oorsprong van ons gedrag te zoeken.

Kleurenprofielen kunnen dus fungeren als een startpunt voor zelfreflectie en gesprek, maar ze kunnen absoluut niet als ‘de waarheid’ worden beschouwd. In plaats van deze hulpmiddelen volledig af te wijzen, is het belangrijk om kritisch te blijven over de mogelijkheden maar ook de beperkingen van testen zoals DISC en MBTI.

Kleurenprofielen helpen om de dialoog aan te gaan met elkaar.

Naar wat voor test moet ik dan wel zoeken?

Grant – en met hem vele anderen in de psychologie – wijzen je op de Big Five persoonlijkheidstest. Deze test is robuuster en daadwerkelijk wetenschappelijk onderbouwd. Deze test meet vijf dimensies (extraversie, emotionele stabiliteit, vriendelijkheid, consciëntieusheid en openheid voor ervaringen). Het kan zomaar zijn dat je nog niet eerder van deze test hebt gehoord, de Big Five heeft namelijk een marketingprobleem. Er zijn geen pompeuze organisaties die met een grote Big Five vlag zwaaien, maar je kan de test wel gewoon overal online gratis maken.

Natuurlijk kun je testen zoals DISC en MBTI gewoon blijven doen. Ze blijven leuk en interessant. Het belangrijkste punt is dat je moet weten waar, wanneer en hoe je ze gebruikt. Als mens zijn we nou eenmaal nieuwsgierig naar het begrijpen van onszelf, maar mensen die klakkeloos de uitslag van kleurenprofielen als waar aannemen zijn een gigantische rode vlag. Iedereen heeft een persoonlijkheid, maar dat maakt je nog geen expert in persoonlijkheden. Als het zo simpel was, zou iedereen psycholoog zijn.

 

 

Vond je dit een leuk artikel? Start dan nu hieronder met onze gratis cursus: ‘Introductie tot Emotionele Intelligentie’.

Start nu met de gratis introductiecursus!

Na afloop weet je:
  • Uit welke 4 vaardigheden emotionele intelligentie bestaat
  • Wat een emotie precies is en hoe je die kan veranderen
  • Hoe emotionele intelligentie jou gaat helpen
  • Waarom je nooit meer mag zeggen dat je gestrest bent